's Avonds werp ik mijn kledingstukken op een stapel om ze de volgende ochtend zo weer aan te trekken. Gaat altijd goed....tot deze ochtend...Gelukkig was ik écht wakker en ontdekte ik een groot, veelpotig beest op mijn berg kleding. Ondanks dat hij op zijn rug lag, dacht ik toch nog enig leven er in te kunnen ontdekken......!
In de kou (en mijn bijna blootje) eerst mijn mobiel gehaald voor een identificatiefoto. Daarna met hulp van Ed het beest in een bakkie, nog een foto en daarna, huppakee, de tuin in.
Ik heb het niet zo op dit soort creaties en deze ochtend heb ik mijn kleding zó goed bekeken voor ik iets aantrok want stel dat hij met een vriendje was gekomen....!!!!AAAAH😨
Volgens de identificatie-app is het een kettingschallebijter......echt nog nooit van gehoord maar ze schijnen veelvuldig voor te komen. Het enige wat dit exemplaar anders maakt dan bij de omschrijving op de Nederlandse site is de grootte: deze had toch wel een lengte van 4 cm!
De kettingschallebijter (Carabus granulatus) is een kever uit de familie loopkevers.
De kevers hebben die curieuze naam te danken aan een verbastering van scalbote, dat afgeleid is van het Franse escarbot (“kever”). Zowel de larven als de volwassen kevers zijn felle rovers.
De kettingschallebijter leeft in gebieden met een strooisellaag waarin hij zijn prooien vindt, en wordt aangetroffen in graslanden, bossen en soms in tuinen. Deze snelle jager is 's nachts actief en kan overdag gevonden worden onder stenen en houtblokken. De kettingschallebijter is een van de weinige soorten uit het geslacht Carabus die kunnen vliegen; de meeste andere schallebijters hebben slechts rudimentaire vleugels.
Het voedsel bestaat vooral uit wormen en slakken. De kever zoekt zijn prooidieren al rennend en knipt ze vervolgens in stukjes met zijn kaken. De van uitsteeksels voorziene larve jaagt eveneens voornamelijk op weekdieren. Omdat de larve veel minder mobiel is blijft deze vaak rond dezelfde plant of struik.
De kleur is variabel. Meestal is deze donkerbruin tot zwart, maar ook oranjerode, groene en zwarte exemplaren komen voor. De lengte is ongeveer 15 tot 23 millimeter. Kenmerkend voor de soort is de afwisseling op de dekschilden van rechte lengtegroeven en kettingachtige groeven van kleine bultjes. De sprieten hebben ongeveer de helft van de lichaamslengte.
De kettingschallebijter leeft in gebieden met een strooisellaag waarin hij zijn prooien vindt, en wordt aangetroffen in graslanden, bossen en soms in tuinen. Deze snelle jager is 's nachts actief en kan overdag gevonden worden onder stenen en houtblokken. De kettingschallebijter is een van de weinige soorten uit het geslacht Carabus die kunnen vliegen; de meeste andere schallebijters hebben slechts rudimentaire vleugels.
Het voedsel bestaat vooral uit wormen en slakken. De kever zoekt zijn prooidieren al rennend en knipt ze vervolgens in stukjes met zijn kaken. De van uitsteeksels voorziene larve jaagt eveneens voornamelijk op weekdieren. Omdat de larve veel minder mobiel is blijft deze vaak rond dezelfde plant of struik.
De kleur is variabel. Meestal is deze donkerbruin tot zwart, maar ook oranjerode, groene en zwarte exemplaren komen voor. De lengte is ongeveer 15 tot 23 millimeter. Kenmerkend voor de soort is de afwisseling op de dekschilden van rechte lengtegroeven en kettingachtige groeven van kleine bultjes. De sprieten hebben ongeveer de helft van de lichaamslengte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten